Beoordelen onvrijwillige zorg (WZD/WBGO)
De Wet zorg en dwang (Wzd) is sinds 1 januari 2020 in werking. De Wet zorg en dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie). Het uitgangspunt van de Wet zorg en dwang is ‘Nee, tenzij’. Dat wil zeggen dat onvrijwillige zorg of vrijheidsbeperking in principe niet mag worden toegepast, tenzij er sprake is van ernstig nadeel .
Reikwijdte
Er is sprake van onvrijwillige zorg als een cliënt of zijn vertegenwoordiger niet instemt met zorg of als een cliënt zich tegen zorg verzet. Het gaat hierbij dan om de volgende maatregelen of handelingen:
- Toedienen vocht, voeding en medicatie, medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- Beperking van bewegingsvrijheid (ook fixatie);
- Insluiten (ook separatie);
- Uitoefenen van toezicht op de cliënt (ook toezichthoudende domotica);
- Onderzoek van kleding of lichaam;
- Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op middelen die het gedrag beïnvloeden (drugs) en op gevaarlijke voorwerpen;
- Controle op drugs;
- Beperking van vrijheid om het eigen leven in te richten, waardoor de cliënt iets moet doen of laten;
- Beperking in het recht op het ontvangen van bezoek.
De Wzd heeft als uitgangspunt dat zorg wordt verleend op basis van een zorgplan. De Wzd geeft aan dat binnen zes weken na aanvang van de zorg een zorgplan moet zijn opgesteld en dat het zorgplan in ieder geval elke zes maanden moet worden geëvalueerd. De eerste evaluatie van het zorgplan moet binnen vier weken na vaststelling van het zorgplan worden gehouden.
Onvrijwillige zorg kan in het zorgplan worden opgenomen als dat noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De besluitvormingsprocedure die hierbij gevolgd moet worden, wordt het stappenplan genoemd. Het stappenplan is normaal alleen verplicht als een cliënt of vertegenwoordiger zich verzet tegen de zorg. Bij wilsonbekwame cliënten is dat anders. Bij hen is het stappenplan soms ook verplicht als de vertegenwoordiger instemt met de zorg en de cliënt zich er niet tegen verzet. Dit geldt bij:
- toediening van gedrag beïnvloedende / sederende medicatie, als niet gehandeld wordt in overeenstemming met professionele richtlijnen zoals de richtlijn Probleemgedrag van Verenso, de Multidisciplinaire Richtlijn Probleemgedrag bij volwassenen met een verstandelijke beperking van de NVAVG of de richtlijnen van de Nederlandse vereniging voor psychiatrie
- beperking van de bewegingsvrijheid;
- Insluiting
WZD-functionaris
Belangrijke spelers bij de overweging tot overgaan tot onvrijwillig zorg en het uitvoeren van het stappenplan zijn o.a. WZD-functionaris, WZD-arts, deskundige van een andere discipline, deskundige die niet bij de zorg is betrokken en de extern deskundige. Een AVG, bij voorkeur ook WZD-arts, kan voor alle bovengenoemde taken/rollen worden ingezet.
Onderliggende diensten
Wet- en regelgeving
In de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking krijgen de client/patiënt en de...